The day the music died

The day the music died
Monument op de plaats van het ongeval, 2003.
Datum 3 februari 1959
Type ramp fout van de piloot
Locatie nabij Clear Lake (Iowa), Verenigde Staten
Doden 4
Vliegtuig(en)
Vliegtuigtype Beechcraft Bonanza
Maatschappij Dwyer Flying Service in Mason City, Iowa
Passagiers 3
Bemanning 1

 

**  Begin 1959 waren Holly, Valens en Richardson samen met Holly’s band bezig met  “The Winter Dance Party”, een concerttour waarbij ze in drie weken 24 steden in het midwesten van de Verenigde Staten zouden aandoen.

**  Probleem hierbij was dat de vele reizen die de groep hiervoor moest maken erg slecht waren geregeld. De tourbus die de groep moest vervoeren was niet gebouwd voor de winterse weersomstandigheden. De verwarming ging kapot vlak voor de tour begon, waardoor Holly’s drummer, Carl Bunch, een ernstig geval van bevriezing opliep.

**  Omdat de groep op 2 februari nog een dag vrij had, besloten de promotors die op te vullen met een extra concert in de Surf Ballroom in Clear Lake.

** Na hun aankomst in de Surf Ballroom had Buddy Holly het gehad met de tourbus, en stelde zijn band voor om na dit concert een vliegtuig te charteren voor hun vervoer naar de volgende locatie: Moorhead.

**  Holly charterde en kreeg de Beechcraft Bonanza met registratienummer N3794N toegewezen, die echter maar plek bood aan drie passagiers.

**  Aanvankelijk zouden Holly en twee leden van zijn band, Waylon Jennings en Tommy Allsup, met het vliegtuig reizen.

**  Ritchie Valens, die nog nooit in een klein vliegtuig had gevlogen, tosste met Allsup om de derde stoel, en won. Dion DiMucci van Dion & The Belmonts, kreeg ook een plek in het vliegtuig aangeboden, maar sloeg die af. Voorgevoel ???

Het ongeluk

**  Op 3 februari, kort na 1 uur ’s nachts lokale tijd, vertrok het vliegtuig vanaf Mason City Municipal Airport. Rond 1.05 uur zag de eigenaar van Dwyer Flying Service de lichten van het vliegtuig richting de grond gaan.

**  Piloot Peterson werd geacht om zijn vluchtroute door te geven na het opstijgen, maar hij nam geen contact op met de toren. Ook Dwyer probeerde herhaaldelijk contact met het vliegtuig te krijgen, eveneens vergeefs.

**  Rond 3.30 uur, werd het toestel als vermist opgegeven. Rond 9.15 uur in de ochtend vertrok Dwyer met een ander vliegtuig richting Moorhead. Hij vloog hierbij precies dezelfde route die Peterson de nacht ervoor zou hebben gevlogen.

** Niet veel later zag hij het wrak van het vliegtuig liggen in een maïsveld zowat 8 kilometer ten noordwesten van het vliegveld. De lichamen van Holly en Valens lagen rondom het wrak. Dat van Richardson lag verderop in het veld en dat van piloot Peterson in het wrak.

**  Carroll Anderson, de manager van de Surf Ballroom, werd erbij gehaald en identificeerde de lichamen bij het verongelukte vliegtuig als die van Holly, Valens en Richardson.

Waarschijnlijke oorzaak

 

Wrak van het vliegtuig, gefotografeerd op de ochtend van de ramp

**  Onderzoekers concludeerden later dat het vliegtuig wellicht neerstortte vanwege de slechte weersomstandigheden en door … de fouten van de piloot.

**  Peterson was nog onervaren met nachtvluchten en vluchten onder slechtzichtomstandigheden, waarbij de piloot moet vertrouwen op de vliegtuiginstrumenten i.p.v. te vliegen op “zicht”. Peterson was evenmin geautoriseerd voor “blindvliegen” (vliegen op instrumenten).

**  Volgens de Civil Aeronautics Board had Peterson zijn training voor “instrumentvliegen” gevolgd in vliegtuigen met een andere soort kunstmatige horizon dan die van de Bonanza.

** De gyroscoop van de Bonanza gaf de stand van het vliegtuig weer op een manier die tegenovergesteld was aan die van de kunstmatige horizon waar Peterson mee had leren werken.

**  Dit leidde tot de conclusie dat Peterson waarschijnlijk gedesoriënteerd is geraakt  in slechte zichtomstandigheden, waardoor hij de controle over het vliegtuig verloor.

Onderzoek in 2007

* In 2007 liet Richardsons zoon een autopsie uitvoeren op het lichaam van zijn vader om de bevindingen van het originele onderzoek nog eens te verifiëren.

* Dit gebeurde deels omdat twee maanden na het ongeluk Holly’s pistool werd teruggevonden in het maïsveld.

* William M. Bass leidde het onderzoek, en bevestigde het rapport van de patholoog-anatoom Ralph Smiley die de lichamen op de fatale dag in 1959 had onderzocht.