buitentafel via de abdij

.
Samen tafelen, goed eten, gastvrij ontmoeten,… Daar is geen betere plek voor dan rond deze abdijtafel van Averbode.
.
De Abdij Averbode kent een rijke traditie in het ondersteunen van sociale projecten én in de zorg voor voedsel en landbouw. Net de thema’s waar Rikolto mee bezig is.
.
* De tafel werd ontwikkeld in de stijl van Averbode en geproduceerd door sociale maatwerkbedrijven. Je kan de binnen-en buitentafels exclusief aankopen via de abdij.
.
* De opbrengst gaat naar Rikolto. Zo kunnen wij verder werken om van goed eten op elke tafel een recht te maken.
.
ℹ️ Geïnteresseerd? Mail naar abdijtafels@gmail.com

Een ‘versken’ van GUY VERELLEN

.
“Zoude gij da kunne gelooven,
Da ge mee het zellefste zicht..
gelak onze Lieven Hiejer hier booven.
Da welle…. dan pas te goei koste zien.
Hoe kleyn…. da welle eigelijk wel zijn…. misschien.
.
Dan zouden welle misschiens beseffe
Da welle… hier mor zeyn veur effe.
Peinst ervan wat da ge wilt…….
Mor wijd…. zitte kik doar volgens mij …nie neffe.”
.
Da besef…das misschiens,
nog nie direct…. veur vandoag of morgen.
Mor moest het koomen,…
We zoude misschien….mekandere wa liever zien ….
O misschiens…toch wa beeter veur mekandere beginne zorgen.”
.
In feite zijn welle menschen…..
mor zoewen kleyn weezen.
De weereld zou beeter af zijn,
as we wa minder zouden proaten,
en misschiens …..wa beeter gedachten koste leezen.
.
Veur diejen korten tijd hier oep aard
Ge vroagt uw eigen af…..Wa zenne kik hier verlooren.
Het eenigste zinvolle,..da ge doar over kunt zeggen.
Awel…..’Ik zijne kik hier gebooren.”
.
.
Da dorpken,….
Da in feite nie meer …
dan een hoopken …..oude huizen is.
Is ieverans zoewe specioal,
Gewoon omdat da …..’mijn’… dorpken is.
.
Da kleyn dorpken….
Nie meer ….dan ne scheet rond de kerk,
Woar da ge zoewe geere zijt,
Ge zou beginne peinzen….
Das onzen Lieven Hiejer z’n werk.
.
Da oud dorpken,
da welle geduurig oan,
zitten te verbouwen ….en te veranderen
Schoonder dan die steenen, …
Is da nie….den deugd die welle hemme oan mekandere.
.
Onzen Lieven Hiejer,
Ik zou kik er een verske over kunne schrijven,
Loat dan onnoozel dorpken,
nog moar efkes…….’mijn’ ….dorpken blijven.
.
.
Da dorpken,…..mee zijnen aave meulen,
diene kik nog geweeten hem… as kind.
Is verdweenen,….
En zijn wieken…….
droaien al langhk niemeer…mee de wind.
.
Da kleyn dorpken,….mee z’n route en zijnen tram,
en zijnen aaven weg ……in kassei.
Da dorpken….da bleft toch nog altij ieverans,….
dat dorpken van mij.
.
Da dorpken,…..woar ge as kleine snotter,
noar’t school goengk in den wijngaard bij de nonnen.
Woar ge zoewe dikkels mee d errebollen zijt verloren …
en zelden woart gewonnen.
Woaroem zijn welle feitelijk…..mee da veranderen begonnen.
.
Da dorpken,…woar ge as kind,
zoewe geere woart.
Da dis zoewe …..veranderd,
da ge’t bekanst ….nie meer vindt oep de koart.
.
Da dorpken,…. waarbij da ge stillekes oan beseft.
dat den ouden tijd is heen gegoan,….
En den nieven al is gekoomen.
Ik beleeve nog altij deugd….
Zoewe langhk…da’k over vroeger begin te droomen.
.
Da oud dorpken,…..
da nie is kunne blaaven,
Mor woar da’k zonder veul moeite,
een versken …kan over schraaven,
Goane kik toch prombeere….
van zoewe langhk meugelijk…in m’n gedachten te haave.”

DRE EN FONS VAN HAELST

GARAGISTEN DRE EN FONS VAN HAELST … EEN BEGRIP IN VEERLE
. (verscheen reeds vorig jaar)
.
De familie Van Haelst werd/wordt in Veerle nog steeds geassocieerd met garage- en sleutelwerk. Sleutelen aan machines en motoren allerlei.
.
Ik geloof niet dat er ooit een motor zo onwillig was dat de broers Van Haelst hem niet aan de praat kregen.
.
De broers André en Fons hebben een flink stuk van hun leven tussen rijdend materieel doorgebracht. Dat hadden ze mee van hun vader Gust, Nederlander van origine. Hun zonen Jan en Gust traden in zijn voetsporen en zetten de familietraditie verder. Ook kleinkinderen zijn gebeten door de microbe.
.
Gust Van Haelst was een Hollander die in België, op de bekende Eindhoutse ” Ossestal”, uit een Belgische moeder en een Nederlandse vader van net over de grens werd geboren.
.
Als Nederlander was Gust ‘soldaat van Oranje’ in de periode van de eerste wereldoorlog 1914-1918. Maar omdat Nederland neutraal bleef in die oorlog deserteerde Gust door onder de immens lange grens van prikkeldraad naar België te vluchten.
Voorgoed, want leven in België beviel hem stukken beter dan in Nederland.
.
EASY RIDER
.
Gust ging vroeg alleen wonen. Uit werken gaan, vaak voor perioden van enkele dagen tot een week, deed hij met zijn “tuffer”, een Harley-Davidson. Daarmee werd hij ook de eerste ‘easy rider’ van Veerle. Soms deed hij ook dagenlang gewoon niks en ging hij wel eens aan de rol met een toevallige kennis. In die dagen werd immers niet met werkuren geteld.
.
Tussen zijn huis in de Pastorijstraat en de Oude Geelsebaan startte Gust een diamantslijperij op waarin een 20-tal mensen werk vonden. Lang heeft die zaak niet gedraaid want putten boren was zijn echte specialiteit. Bij de molenaars in de wijde omtrek aan stoom-, gas- en elektrische motoren werken zijn passie.
.
De technieken die daarvoor vereist waren, leerde hij ‘uit zijn eigen’. Ook de camions uit die tijd kenden al spoedig geen geheimen meer voor hem, de luxe-voituren evenmin. Gust kon gewoon alles herstellen.
.
KIJKEN EN EXPERIMENTEREN
.
Zoons André en Fons traden zoveel jaren later in de voetsporen van hun vader. Net als hij leerden ze de diverse stielen door heel goed te kijken en veel te experimenteren. De leerschool van het leven, zeg maar.
.
Na de laatste wereldoorlog kozen Gust en zonen Van Haelst, naast de putboringen, eerst voor de NSU-“tuffers”, jaren later ook voor de NSU-auto’s. De stijgende welvaart onder de mensen in de jaren 1950/1960 was daar niet vreemd aan.
.
De Van Haelsten vroegen en kregen meteen een agentschap en hadden daardoor een monopoliepositie in de streek. Andere merkverdelers waren er nog niet.
De slijperij werd omgebouwd en uitgebreid tot een heuse garage waar elke automobilist met zijn technische problemen terecht kon.
.
EERSTE WERD OOK LAATSTE LES
.
In 1960 reisde vader Gust naar Neckarsulm voor een eerste NSU-fabrieksbezoek en voor zijn eerste technische lessen. In het leslokaal werd hij evenwel onwel en minuten later was hij dood.
Enkele dagen na de begrafenis van Gust werden de eerste twee NSU-wagens in Veerle geleverd. Er zouden er nog heel veel volgen.
.
In België waren Dré en Fons één van de eerste dealers van NSU. De auto’s werden vanuit Niel aangeleverd. Regelmatig moesten de broers in Niel en Brussel naar de les, want niet iedereen kon zo maar een NSU open- en dichtgooien. Een Duitse technicus uit de fabriek in NeckarSUlm (zie je NSU zitten?) kwam hun de knepen van het vak leren.
.
NSU werd een voltreffer in Veerle en omgeving. “Zekere koude winterzondagmorgen ging ik te voet naar de mis”, herinnert André zich alsof het gisteren was. “Op het kerkplein stond het vol NSU’s van andere kerkgangers. Ik kreeg het er helemaal warm van. Spijtig dat daar geen foto van bestaat.”
.
RIJBEWIJS EN CO
.
“In het begin van de jaren 1960 bestond er nog geen rijbewijs”, vertelt André verder.
” Dat kwam er pas in …1967/’68.
 * citaat … Wie met de auto wil rijden, heeft een rijbewijs B nodig. U moet slagen voor een theorie-examen en een praktisch examen. Theorie-examen vanaf 17 jaar, praktijkexamen vanaf 18 jaar.
* Wie daarvoor 18 was mocht zonder meer achter het stuur kruipen. Achter de voormalige slijperij en de nieuwe garage lag een stuk wei met schroot van de garage. Daar brachten we de mensen de elementaire begrippen van autorijden bij: starten, vertrekken, stoppen, versnellingen gebruiken ...”
.
“Als ze dat onder de knie hadden gingen we met hen de weg op. Voor sommige was dat de gelegenheid om NIET toe te passen wat ze dagen lang geleerd hadden: te bruusk stoppen, te hevig optrekken, van derde versnelling in achteruit schakelen … Je kan het niet bedenken wat er allemaal fout kon gaan of het gebeurde ook.”
.
André : “Het mooie liedje kon evenwel niet blijven duren. Begin 1970 kwam NSU uit Neckarsulm met een grote wagen op de proppen, een regelrechte bedreiging voor VW.
Het kapitaalkrachtige VW was echter bij de pinken, gooide op het salon van Zwitserland een grote doek over de NSU en kocht prompt de NSU-fabriek op. De nieuwe NSU werd een jaar later met een andere naam en met succes door VW op de markt gebracht.”
.
MAZDA EN SEAT
.
“Voor ons was het NSU-verhaal toen ten einde. Meteen werd overgeschakeld op Audi (toen nog bij VW) en Mazda, een nieuwkomer uit Japan. Audi was in die dagen niet te vergelijken met hun wagens van nu. Alles kon er stuk aan gaan, tot de zetels toe. Het Japanse Mazda daarentegen werd een voltreffer. In ons beste jaar verkochten we 145 wagens, bijna allemaal Mazda’s.”
.
Zoon Jan heeft het beroep van André overgenomen en verkoopt Mazda, Gust drukt de sporen van vader Fons en brengt Seat aan de man.
.
(Fons overleed eind januari 2020 – André is een nog vrij flukse 90-plusser) – eigen foto’s.
.
Het absolute einde … vorig jaar februari 2022 – het werkhuis wordt gesloopt – André pinkt een traan weg – een stuk geschiedenis wordt met de grond gelijk gemaakt (klikken voor vergroting)
.

DE HEL IN HET INTERNAAT

De brand in het internaat van het Heilig Hartcollege in Heusden-Zolder brak uit op 23 januari 1974 omstreeks 22u30. Er vielen 23 dode en  2 zwaargewonde leerlingen te betreuren, alle 25 tussen 12 en 16 jaar jong.     (eerder verschenen bericht)

* De brand ontstond in de buurt van de ingang van de slaapzaal en bemoeilijkte zodoende de vluchtweg van de slaapzaal. De 63 bedden in de slaapzaal werden slechts gescheiden door zeer brandbare dunne houten wanden die de brandverspreiding versnelden.

* Oorzaak was vermoedelijk een stiekem gerookte sigaret in de slaapzaal, op de tweede etage van het oudste gebouw (uit 1932).

* Een veertigtal jongeren van de ene kant van de zaal kon ontsnappen. De enige , andere uitweg was een raam dat uitgaf op een plat dak. Eén jongen was toevallig afwezig wegens ziekte.

* Drie slachtoffers werden gevonden in de gang voor het raam. Eén slachtoffer was door de brandende trap gevallen. Bijna alle andere slachtoffers werden gevonden in hun bed. Wellicht totaal verrast in hun slaap.

* Door het lawaai van de vluchtende leerlingen werden de paters gealarmeerd en werd meteen ook de brandweer van Heusden opgebeld. Die was er om 23 uur en kreeg spoedig ook hulp van de korpsen uit Hasselt en Genk.

* Door de hevige brand en de enorme hitte kon de zaal pas om 1u30 ‘s nachts bereikt worden. Na afloop bleken de brandblussers van de school ongebruikt…

  • De school sloot gedurende een volledige week, tot na de begrafenis van de slachtoffers. Na de begrafenis werd het gebeuren niet meer besproken.
  • Pas sinds 1999 wordt de brand jaarlijks herdacht door de school. De herdenking startte met het onthullen van een gedenksteen op 23 januari 1999. Ondertussen is de school van naam gewijzigd in Sint Franciscuscollege campus Berkenbos.
  • De toezichthoudende geestelijken werden niet schuldig bevonden. De overlevende scholieren zetten wel een actie op om de infrastructuur en de gebrekkige wetgeving aan te klagen.
  • De ramp maakte ook in het parlement een grote indruk. Het invoeren van nieuwe wetten betreffende brandveiligheid raakte in een stroomversnelling.

* Waarom vertel ik dit verhaal? Omdat ook ik een vrij lang verleden als ‘intern’ achter de rug heb. Van 1954 tot 1958 in Hoogstraten en van 1958 tot 1962 in Mechelen.

* In het Hoogstraatse Klein Seminarie van toen logeerden een aantal van de jongste leerlingen (7de en 8ste klas) nog in een kleine, oude slaapzaal boven het toneel van de feestzaal. Vol oude, houten chambrettes van zowat 1,5 bij 2,20 m op een houten vloer.

* De oudere leerlingen verbleven in een veiligere nieuwbouw met geplaveide vloer. In Mechelen studeerden en sliepen we in aparte kamertjes in een oud gebouw dat later gesloopt en vervangen werd voor een nieuwe politiekazerne.

* In Hoogstraten mocht vanaf de Latijnse gerookt worden in het Withof, een buitenverblijf van de school dat tweemaal per week bezocht werd. Binnen de muren van het seminarie was roken streng verboden. Toch hing er vaak een sigarettengeurtje in de toiletten.

* In Mechelen mochten de rokers hun sigaretten plus aanstekers op zak houden, maar was het zwaar verboden te roken binnen de muren. Regelmatig kwam een toen nog zwartgerokte toezichthouder een kijkje nemen.      (foto’s Wikipedia)

FESTINA LENTE

VUREN geeft commentaar 217

Enkele dagen geleden vergastte Ludo Vervloet ons op mooie beelden vanuit het abdijcomplex Tongerlo . Vooral het mooie prelaatsgebouw viel op .

Het is het gebouw dadelijk rechts wanneer je onder het oude poortgebouw binnenkomt . Dat gebouw is bijna 300 jaar oud. Er werd aan gewerkt van 1725 tot 1728 en … vooral het driehoekige lange timpaan bovenaan (foto’s aanklikken) het bouwwerk valt op .

De abt van toen heeft er ook zijn wapenschild laten op aanbrengen en ook zijn wapenspreuk . En die wijkt erg af van normale abts- en bisschopswapenschilden , net zoals het schild zelf .

Normaal gaan die schilden en spreuken eerder een evangelische of gelovige richting uit , maar deze spreuk geeft een totaal profane boodschap .

Festina Lente “ staat erop. Twee woorden die elkaars tegenstellingen zijn : aan de ene kant FESTINA , dat is HAAST U , en daarnaast LENTE , wat LANGZAAM betekent.

Er staat dus : Haast u langzaam !

Diezelfde tegenstelling vinden wij ook terug in het wapenschild zelf : twee kwartieren beelden een vliegend hert af , symbool van snelheid . De twee andere laten ons een schildpad zien , het symbool van de traagheid!

Je vraagt je af waarom die prelaat zoiets deed ? En hoe hij echt heette ?

Hij kwam uit Oirschot , toen ook al Noord-Brabant , en hij werd tot abt van de abdij verkozen in 1724. Het is zijn familienaam die al het bovenstaande verklaart. Zijn volledige naam was Jozef Pieter VanderAchter …….

In zijn humor vond Jozef Pieter dat hoe snel hij ook dingen deed …hij toch altijd Van(der)Achter bleef hangen. Door zijn familienaam kon hij nooit iemand voorbijsteken ….hij bleef steeds van achter….

Daarom vond hij dat hij zich voor niets of niemand moest haasten . Met zich langzaam te haasten bleef hij toch op de rechtmatige plaats die  in zijn familienaam zit: van Achter!!

Abten kunnen ook een gevoel voor humor hebben en … die humor vereeuwigen . Van zoiets word ik echt goed gezind!

Louis Vuren

HAABEEK IN HAANVEN

Tussen de kerstdrukte door vonden we nog een stukje in de oude doos dat misschien een beetje voor afwisseling kan zorgen. Het overgrote deel van het verhaal pikten we bij Swa Van Gehuchten in zijn voortreffelijke “Laakdalse Heemtijdingen”. Hopelijk ziet hij dat door de vingers.

* In de jaren 1 700 was de Haabeekhoeve een grote boerendoening met de schuur die er nu nog staat als het laatste stukje Bokrijk in Veerle. In Haanven lagen de beste gronden, woonden de dikste boeren en de schoonste boerendochters.

* Op de hoeve volgden vele pachters elkaar op.  Tot omstreeks 1900 de familie Robrechts uit een Brusselse randgemeente hier neerstreek. Hun oude grootmoeder Van Heymbeeck, geboren rond 1830, gaf de familie de definitieve bijnaam ‘Haabeek’.

* De Haabeeksen bouwden het hoge herenhuis op de plaats van de vroegere boerderij. Het werd een half gesloten complex, zoals in Zuid-Brabant gebruikelijk was.

* Wijlen Mil Haabeek, de laatste Haabeek, vertelde graag hoe hij in de oorlog zijn paard moest afgeven en met ossen moest werken: “Een os is een heel sterk dier , maar veel te traag.”

* Mil wist ook  waarom de Herseltseweg er pas na 60 jaar plannen kwam. En hoe de Haanvense stammen Onsea, Briers, Clerckx, Van der Borght, De Peuter… overeenkwamen. Zelfs hoe hij de kwajongens uit zijn boomgaard moest verjagen als ze kwamen appels pikken,…

* Drie zussen betrokken het huis naast de oude school in het Dorp, thans Druivenrank. Een andere telg werd dokter in Olen… Ze hadden aanzien, de Haabeken!

* Tegenover het Haabeek-herenhuis kwam het Ooievaarsnest , een kinderparadijs dat door klachten moest sluiten.

* In die periode werd de Robrechtsboerderij opgemaakt en als café geopend: de Haabeekhoeve. De nieuwe trots van Haanven was geboren.

* Chris van Hilset( Hulshout) nam de zaak over. Hij was 25 jaar mecanicien o.a in de Ronde van Frankrijk voor Armstrong en andere wielergoden.

* Chris mikte op een publiek van wielrenners of -toeristen en koos de naam SurPlace, een mooie woordspeling , daar niet van, maar de doorsnee Veerlenaar zag/hoorde liever de oude naam…

* Maar toch slaagde Chris met zijn vrouw Betty in zijn opzet. Veel jonge talentrijke renners uit heel Europa overnachtten bij hen. Was Roglic erbij? Voertaal was Engels met zware Oost-Europese accenten.

* Neusje van de zalm waren de vier retrokoersen die Chris organiseerde met Marc Uytterhoeven als schitterende commentator , in het gezelschap van zijn favoriete coureur wijlen Herman Van Springel.

* Jan Wijnants ‘Jan van Stijn van de buskop’, zoals hij in Veerle gekend is, deed natuurlijk ook mee (midden op de foto-LV). Zo zagen we de man nog eens aan het werk die in de Olympische wegrit van Moskou ’80 een tijdlang aan de leiding reed… en bekeken werd door mogelijk 100 miljoen wielerliefhebbers. (FVG)

* Voor twee jaar reeds is de SurPlace verkocht. De nieuwe eigenaars hebben de naam behouden. Mevrouw is dierenarts, meneer de drijvende kracht achter de brasserie-feestzaal en B&B.

FEEST VAN HET LICHT

Vandaag 13 december – feest van Lucia, de enige heilige die vereerd wordt door de Lutheraanse Zweden, Denen en Noren. De vieringen hebben  veel voorchristelijke elementen van het midwinter lichtfeest behouden. Ook in IJsland en Finland doet men dat.  (vrije,gratis foto)

* Geboren omstreeks 286 werd Lucia in 304 martelares in Syracuse. Waarschijnlijk tijdens het bewind van christenvervolger keizer Diocletianus. Maar … toen begon het pas voor haar.

* In de katholieke kerk werd Lucia meteen gebombardeerd tot heilige van het licht (lux – licht en lucere – lichten, schijnen). Bedoeling was haar naamdag te laten samenvallen met de winterwende van december.

* De geleerden rond Julius Caesar vergisten zich destijds echter met 10 dagen bij het opstellen van hun juliaanse jaarkalender. In feite komt haar feestdag dus 10 dagen te vroeg. Maar niet getreurd, de feestdag bleef behouden op 13 december.

* Het feest van Sint Lucia wordt in de Skandinaafse Joeltijd (onze kersttijd) gevierd op 13 december . Van in de middeleeuwen werd ze ook vereerd als patrones van oogziekten en opticiens. Men stelt haar vaak voor met twee ogen op de hand of schotel. (op 13 dec 2012 werd bij mij een eerste nieuwe lens ingebracht – meer dan een maand later de tweede en … ze doen het minder, jammer toch).

* In het noorden wordt Lucia ook vereerd als patrones van de huiselijke arbeid. Op de avond voor haar naamdag lieten de meisjes van vroeger het spinnewiel rusten. Deden ze dat niet dan zou het vlas de volgende morgen vuil en verward zijn. Aldus de sage.

* In het heldenepos van de Finnen , de Kalevala, wordt van het meisje op de Pohjahoeve zelfs verteld dat zij een verbond had gesloten met de zon.

Beiden zouden ‘s morgens tegelijk opstaan, maar ‘t vlugge deerntje was altijd de eerste. Als de zon opsteeg, had ze al 6 schapen geschoren, de wol tot garen gesponnen en er een kleed van geweven.

 ***  Ook bij ons is Sint Lucia erg bekend. De kerken van Begijnendijk, Wespelaar, Rosselaar (Balen- Olmen), Oosterlo, en (eigen foto) kerk Engsbergen zijn haar toegeweid.

Ondank is ‘s werelds loon !

Een kritisch verhaaltje…

* Gezien en gehoord tijdens het journaal van vrijdag 4 november… In een woon- en zorgcentrum in Nieuwerkerken staat een vrij groot aantal kamers leeg. Die kamers zijn volledig ingericht en klaar om bejaarden te herbergen. Reden van die leegstand: te weinig personeel. Trek dus uw plan. Bijgevolg blijven die bejaarden in de kou staan. Soms letterlijk , altijd figuurlijk.

* In andere rusthuizen ongeveer hetzelfde scenario… Mensen hebben in hun jeugd WO II meegemaakt. Daarna hebben ze ons land heropgebouwd. Ze hebben tot hun pensioen hard gewerkt, belastingen en sociale bijdragen betaald. De mannen hebben militaire dienst volbracht.

De maatschappij …  “Sorry, we hebben geen personeel om jullie te verzorgen.”

* Vijf minuten later in hetzelfde journaal – ” In Jabbeke wordt een asielcentrum ingericht voor enkele honderden immigranten uit Afghanistan en omliggende. Vaak jonge mannen die via via vernomen hebben dat België het beloofde land is: een huis, een riant bestaansminimum, schoolgeld, enz….  werken geen noodzaak .”

* Om zoveel dank begeven sommigen onder hen zich in de criminaliteit. En voor die kerels is er ineens wel personeel beschikbaar.

* Asielcentra worden opgeknapt en gepoetst. Er is personeel dat voor eten zorgt en personeel om de centra te onderhouden. Medische zorg is geen probleem, ondanks een nijpend tekort aan dokters en verplegend personeel.

* De moraal van het verhaal:  In België ben je geen sant in eigen land. – In België krijg je stank voor dank. – In België komt eigen volk … laatst.

* Met dank aan Agnes (Makelstraat-Veerle)

KASTEEL HET PAVILJOEN

Tot vorige week was het nog vrij goed beschut in het tanende groen, maar vandaag liet het kasteeltje op de grens van Eindhout en Groot Vorst zijn contouren weer duidelijk zien. Lang leve de herfst.

 

Het Paviljoen , want zo heet het kasteeltje, was tot 1960 eigendom van de familie Raedts, die het gebouw in 1900 had gekocht. Op 17 december 1960 verkocht de eigenares, Maria Josefina Theresia Raedts, het goed aan Arthur Vranckx, die er toen al tientallen jaren met zijn gezin had gewoond.

* Op 16 augustus 1968 verkreeg zoon Jozef Vranckx het Paviljoen. Op 23 augustus 1971 verkochten zij het landhuis aan Willy Stynen-Rombouts.

* Stynen restaureerde het vervallen goed in de mate van het mogelijke. Het Paviljoen heeft een ingewikkelde bouwconstructie met verscheidene tussenverdiepingen, slechts één kamertje herinnert aan de vergane glorie. Het plafond, deuren en wand zijn kunstig bewerkt.
* Omstreeks 1990 werd het kasteel eigendom van Rik Verrijdt. Buiten is een grote vijver. De Kleine Laak vormt de zuidergrens van het domein. De huidige bewoner is een zakenman…

 

MAISOOGST ANNO 2022

Vanmiddag waren we in Schoot de gelukkige getuigen van moderne landbouw. Binnen de kortste keren slaagden een monster met verraderlijke rode tanden en een tractor met oplegger erin om het laatste deel van een groot maïsveld helemaal te zuiveren. Terwijl de tractor al onderweg was met zijn buit, plooide het monster zijn componenten samen tot een luguber geheel en vertrok ook. Op weg naar een ander veld…Modern? Beslist.

Wat een schril contrast ook met de jaren ’60 van vorige eeuw toen wij , studentjes, in Genappe vakantiegeld gingen verdienen met erwten dorsen voor conservenfirma Marie-Thumas. Met dagen van minstens 10u gaffel in de hand. Voltooid verleden tijd, en maar goed ook.

Maîs was in de jaren ’60 nog niet aan de orde, gewoon omdat de machines ontbraken om te oogsten. Walenwerk was toen nog louter handwerk.

1 2 3