Robert Falcon Scott op de zuidpool (1912)

Robert Falcon Scott in zijn hut op Cape Evans (ca. 1911
Robert Falcon Scott werd vooral bekend voor zijn poging om als eerste mens de geografische zuidpool te bereiken.
17 Januari 1911 vertrok Scott met de Terra Nova, zijn poolvaarder voor een  expeditie naar de zuidpool. Onderweg ontving hij een telegram van die andere ontdekkingsreiziger …Roald Amundsen. De Noor vertelde hem dat ook ook hij op reis was naar de zuidpool. Scott kreeg dus concurrentie…

 

* De omstandigheden waren erg slecht voor Scott en zijn expeditieleden. Het ijs begon immers reeds te dooien en dat zou in grote mate de voettocht naar de zuidpool bemoeilijken.

* Halverwege januari kwamen Scott en zijn mannen eindelijk in de buurt van de zuidpool en … Een van de expeditieleden, Henry Bowers, zag iets wapperen in de verte…

* Het bleek een Noorse vlag te zijn. Roald Amundsen was hen voor geweest. De Britse reizigers arriveerden dus als tweede expeditie op de geografische zuidpool en troffen daar , behalve een vlag ook een telegram van … Roald Amundsen aan.

* Op de terugweg van de zuidpool overleden zowel Scott als de vier andere Britse expeditieleden. Enkele expeditieleden die achtergebleven waren in Cape Evans gingen op zoek en… troffen de expeditieleden Robert Falcon Scott, Henry Bowers en Edward Wilson dood in hun tent aan.

* De twee andere expeditieleden, Edgar Evans en Lawrence Oates, bleken al eerder te zijn overleden en werden nooit teruggevonden.

* In de tent van Robert Falcon Scott werd ook een dagboek gevonden. Op 29 maart 1912 schreef Scott hierin de laatste woorden …

“In Gods naam, denk aan onze nabestaanden.”

Zie ook – Lijst van ontdekkingsreizigers
…     en – Robert Falcon Scott en zijn reis naar de zuidpool

De eerste Nobelprijzen

Op 20 december 1901, precies vijf jaar na het overlijden van de Zweedse wetenschapper Alfred Nobel, werden de eerste Nobelprijzen uitgereikt.

* Alfred Nobel ontdekte rond 1867 het springstof (dynamiet). Dit ontketende een revolutie in mijnbouw, wegenbouw en tunnelaanleg.

* Daarnaast deed hij nog andere ontdekkingen.

* Bij zijn dood had hij 355 patenten op zijn naam staan.

* Het succes van het dynamiet en enkele andere uitvindingen, maakten van Nobel een rijk man. Hij vestigde in elk continent een bedrijf.

* Toen hij in 1896 stierf aan een beroerte had hij 32 miljoen Zweedse kronen op zijn bankrekening staan.

* Nobel bepaalde in zijn testament dat van de rente van zijn kapitaal elk jaar vijf Nobelprijzen moesten worden uitgereikt voor natuurkunde, scheikunde geneeskunde, literatuur en voor de vrede.

* De prijzen waren volgens zijn testament beschikbaar voor “hen die in het afgelopen jaar aan de mensheid het grootste nut hebben verschaft”.

galileo Galileï

De Italiaanse natuur- en sterrenkundige Galileo Galileï stond aan de wieg van de moderne astronomie. Hij ontdekte onder meer de vier grote manen van Jupiter (die ook wel de Galileïsche manen worden genoemd), de schijngestalten van Venus en hij zag als eerste zonnevlekken.

 – een selectie uit – Wander Rooijackers – voor Historiek

* Galileï start in 1581 met een studie geneeskunde aan de faculteit van de Pisa-Universiteit maar stapt al snel over op wiskunde en, iets later, natuurkunde. Hij begint met het bestuderen van pendules nadat hij in de kathedraal van Pisa een hangende lamp heen en weer heeft zien slingeren.

* Galileo Galileï ontdekte dat de slingertijd niet wordt beïnvloed door het gewicht van de slinger, maar door de lengte van de draad waaraan de slinger is opgehangen. Hoe korter de draad, des te sneller de slingerbeweging.

* Dit fenomeen noemt men isochronisme (Grieks: isos = gelijk, chronos = tijd). Galileï’s tijdgenoot Christiaan Huygens zal dit principe gebruiken als verbetering van de slingerklok die hij in 1657 patenteert. De pendel waarmee Galileï het isochronisme ontdekte is vandaag de dag nog te zien in de kathedraal van Pisa.

* Kort daarna kan Galileï aan de slag bij de universiteit van Padua waar hij als hoogleraar tot 1610 wiskundige vestingbouw, meetkunde, mechanica en sterrenkunde doceert. De grootste en meest indrukwekkende ontdekkingen doet Galileï op het gebied van de astronomie.

* In 1609 hoort hij van de uitvinding van de telescoop door  de Middelburgse brillenmakers Zacharias Janssen en Hans Lipperhey. Galileï verbetert ‘de Hollandsche kijcker’ en maakt zijn eigen telescoop die niet drie maar twintig keer kan vergroten en richt deze naar de sterrenhemel.

* Galileï doet de ene ontdekking na de andere. Hij ziet kraters en bergen op de maan en op de zon ziet hij zwarte vlekken: zonnevlekken. Ontdekkingen die allebei in strijd zijn met Aristoteles’ leer die stelt dat de hemelobjecten volmaakt zijn. Als hij iets vreemds opmerkt aan weerszijden van Jupiter roept hij uit: “Ik heb Jupiter in drievoud gezien.”

* Pas in 1656 stelt Christiaan Huygens vast dat Galileï het ringenstelsel van de planeet moet hebben waargenomen. Ook komt de Pisa- astronoom erachter dat de Melkweg een verzameling sterren is en ontdekt hij de eerder genoemde Galileïsche manen van Jupiter en Venus’ schijngestalten.

* Door deze twee laatste constateringen weet Galileï nu zeker wat hij eerder al vermoedde: ook onze planeet (Aarde) draait om de zon en niet andersom. Dat vermoeden blijkt uit een brief uit 1597 aan de Duitse sterrenkundige Johannes Kepler, waarin hij schrijft: ‘De leer van Copernicus lijkt mij meer aannemelijk dan die van Aristoteles’.

* De leer van Copernicus is het heliocentrisme zoals beschreven in zijn manuscript De revolutionibus orbium coelestium (Over de omlopen van de hemellichamen) uit 1530. In de derde eeuw voor Christus was de Griekse astronoom Aristarchos van Samos al tot dezelfde conclusie gekomen.

* Het heliocentrische wereldbeeld staat lijnrecht tegenover het toen gangbare Aristotelische idee van het geocentrisme, dat ook werd beschreven door Plato en Ptolemaus: de aarde is het onbewogen middelpunt van het universum. Ook de almachtige Rooms-Katholieke kerk was het daar mee eens.

* Op 12 maart 1610 publiceert Galileï Sidereus Nuncius (Boodschapper van de Sterren), een boekje van zestig pagina’s waarin hij zijn bevindingen wereldkundig maakt. Het maakt hem beroemd in heel Europa en Cosimo II De Medici benoemt hem tot Filosoof en Wiskundige van de Groothertog van Toscane’.

* Ondanks alle roem die hem ten deel valt is de kerk ‘not amused’. In 1616 wordt  Galileï door de Inquisitie veroordeeld voor ketterij en geloofsdwaling. Hij wordt gedwongen afstand te doen van zijn ontdekkingen en hij mag het Copernicaanse model niet meer propageren.

* Op 12 maart 1610 publiceert hij Sidereus Nuncius (Boodschapper van de Sterren), een boekje van zestig pagina’s waarin hij zijn bevindingen wereldkundig maakt. Het maakt hem beroemd in heel Europa en Cosimo II De Medici benoemt hem tot ‘Filosoof en Wiskundige van de Groothertog van Toscane’.

* Ondanks alle roem die Galileï ten deel valt is de Kerk ‘not amused’. In 1616 wordt hij door de Inquisitie veroordeeld voor ketterij en geloof-dwaling. Galileï wordt gedwongen afstand te doen van zijn ontdekkingen en hij mag het Copernicaanse model niet meer propageren.

* Galileï zelf vindt zijn theorie niet strijdig met de leer van de kerk, die hij zelf ook aanhangt. Integendeel, het toont aan hoe ingenieus de schepping Gods in elkaar zit.

* Galileï lapt het verbod aan zijn laars als hij in 1632 in Florence zijn Dialogo publiceert, een boek waarin duidelijk het heliocentrische wereldbeeld in gespreksvorm wordt verdedigd.

* In oktober van dat jaar moet hij weer voor de kerkelijke rechtbank in Rome verschijnen. Deze veroordeelt Galileï tot levenslang huisarrest en dwingt hem zijn leer voorgoed af te zweren.

* Galileï, 69 jaar oud, schijnt bij het aanhoren van zijn vonnis te hebben uitgeroepen: ‘Eppur si muove’, en toch beweegt zij (de aarde om de zon).

* Galileï neemt zijn intrek in een Florentijns landhuis waar hij zijn belangrijkste boek schrijft: Discorsi e dimontrazioni matematiche intorno a due nuove scienze (Gesprekken en wiskundige bewijzen in twee nieuwe wetenschappen).

* In dit boek herschrijft hij de grondslagen van de mechanica. Het boek wordt naar Nederland gesmokkeld en in 1638 in Leiden uitgegeven door Louis Elzevier

* Op 8 januari 1642 sterft Galileï. De groothertog van Toscane Ferdinando II wil hem begraven op een ereplaats bij zijn vader en andere familieleden in de Basilica di Santa Croce in Florence.

* Paus Urbanus VIII en kardinaal Barberini laten hem echter begraven in een kleine ruimte naast de novicenkapel.

* In 1737 wordt hij herbegraven in het eervolle gedeelte van de kerk waar ook Niccolo Machiavelli en Leonardo da Vinci hun laatste rustplaats hebben.

* Pas in 1992 wordt de naam van Galileo Galileï gezuiverd wanneer paus Johannes Paulus II namens de kerk een excuus uitspreekt en de astronoom wordt erkend als een gelovig mens.

VUREN kijkt ACHTEROM. 215

2023 – 1323 VEERLE EN AVERBODE ? ! ? !

Op het einde van de vorige eeuw geraakte ik betrokken bij de realisatie van een aantal waardevolle wetenschappelijke publicaties , namelijk het uitgeven van oude kaartboeken van kloosters en abdijen door het Algemene Rijksarchief .

* Tot dan toe werd zo een uitgave mogelijk gemaakt door de bank van de gemeenten , het Gemeentekrediet , maar die hield daarmee op.

* De algemene Rijksarchivaris , Dr Ernest Persoons, overtuigde me dat het verderzetten van wat het Gemeentekrediet niet meer kon doen , een mooie culturele taak voor de provincie zou zijn .

* Daarom ook werd ik uitgenodigd bij de realisatie van het laatste kaartboek in het oude subsidieregime , en dat was dat van Averbode. Wij schrijven 1997.

* Prof em. Herman Van der Hagen van de Leuvense universiteit was de wetenschappelijke samensteller van dat kaartboek en van de wetenschappelijke inleiding en de verdere commentaren erbij.

* Het was  onlangs na de vragen en de twijfels in de Gazet van Laakdal over de ligging van het drieprovinciepunt  nabij de abdij dat ik toch ook eens ging kijken in dat mooie kaartboek of er daarover iets te vinden was . Uiteraard niet over één drieprovinciepunt, want toen bestond er alleen maar Brabant en het “Duitse” Luik.

** En dan gebeurde er iets dat men in het Engels serendipity noemt , je zoekt iets , maar je vindt totaal iets anders dan wat je zoekt , maar dat zeker ook even waardevol is…

* In het boek staan kaarten van zowat alle Averboodse parochiedomeinen uit de periode 1650 tot 1680 en in de commentaar wordt er ook opgesomd wanneer die domeinen werden verworven . Het verwerven van zo een domein was een belangrijke stap om echt een Averboodse parochie te worden .

* Wat dat betreft had de abdij al een parochiedomein in Eindhout vanaf 1252 , afgestaan door Hendrik Berthout.

* Vorst-st-Gertrudis volgde in 1320 , afgestaan door Hendrik van der Galen

* Veerle komt pas als voorlaatste . In 1323 wordt het domein afgestaan door Hendrik van Turnhout kanunnik van Sint-Pieter te Leuven .

** Toen ik dat las , herinnerde ik me dat onderpastoor Lode Joris Machielsen in zijn geschiedenis van Veerle die datum ook had vernoemd , weze het een beetje meer genuanceerd.

* Toch is deze datum interessant omdat hij als enige vermeld wordt door professoren die toch bekende wetenschappers waren , en omdat hij binnenkort precies 700 jaar geleden is.

* Maar daarover binnen enkele dagen iets meer. Dan bekijken wij wat Machielsen schreef.       (Verstuurd vanaf mijn iPad)

Louis VUREN

BELZONI VINDT SETI

Op 18 oktober 1817 ontdekte de Italiaanse onderzoeker Giovanni Battista Belzoni in de Vallei der Koningen het graf van Seti I (rood drukken voor meer)

* Belzoni dacht aanvankelijk dat het om het graf van Psammetichus ging. Elf jaar later (1828) werd duidelijk dat het wel degelijk het graf van farao Seti I was. De tombe werd wereldbekend als ‘de tombe van Belzoni’.

* Het graf van Seti I (Graf DK 17) bevindt zich in de langste en diepste tombe van de beroemde Vallei der Koningen. De decoraties van het graf zijn voor een groot deel nog compleet en beroemd om hun hoge kwaliteit.

(drukken op prent …)

* Door de jaren heen werden meer afbeeldingen van de Egyptische farao’s en goden gevonden.

* Een sarcofaag is gemaakt van doorschijnend calciet en wordt gedecoreerd met verschillende teksten en taferelen uit het zogeheten Boek der Poorten.

Deze spreuken moesten de overleden farao in staat stellen af te rekenen met kwade machten en demonen in de onderwereld.

* De farao kreeg middels de inscriptie op de sarcofaag ook wachtwoorden waarmee hij op zijn reis belangrijke poorten kon passeren.

* De sarcofaag van Seti I bevindt zich momenteel in het Sir John Soanes Museum in Londen.

* Toen Belzoni (prent L in Turks ornaat) de sarcofaag vond , was ze leeg. De mummie werd jaren later in een geheime bergplaats in Deir el-Bahri gevonden .

* In Deir el-Bahri werden ook lange tijd de mummies van farao’s als Amenhotep I, Ramses I, Ramses II en Thoetmosis I door Egyptische priesters bewaard. De angst voor roof zat er terecht diep in …

* De mummie van Seti I is tegenwoordig, samen met verschillende andere koninklijke mummies, te zien in het Egyptisch Museum in Caïro.

(met dank aan -Historiek-)

Fernâo de Magalhães , zeevaarder-ontdekker

De Portugese zeevaarder Fernâo de Magalhães , bij ons gewoon Ferdinand Magellaan, was net als Christoffel Columbus een belangrijke ontdekkingsreiziger. (foto – Monument der Ontdekkingen-Lissabon)

Magellaan leidde de eerste zeilreis omheen Zuid Amerika en bewees daarmee dat de wereld een bol was en geen platte schijf, zoals enkele zonderlingen in onze tijd nog beweren.

Ferdinand Magellaan werd in 1480 uit een adellijke familie  geboren, datum onbekend. Als jongen flaneerde hij aan het hof in Lissabon, waar hij prachtige verhalen hoorde over reizen en verre landen…

Vasco da Gama was om Afrika gezeild en had het Verre Oosten bezocht. Christoffel Columbus was naar het westen vertrokken en ontdekte (onbewust) Amerika. Magellaan wou ook naar zee…

Na de goede afloop van een reis naar Oost-Indië smeedde hij plannen om via het westen naar Indië te zeilen. In 1519 vertrok Ferdinand Magellaan met vijf schepen uit Spanje voor een reis naar het westen.

Columbus had dit ook al geprobeerd, maar was het werelddeel Amerika op zijn weg tegengekomen. Magellaan zou door verder naar het zuiden te zeilen, deze hindernis omzeilen.

Ferdinand Magellaan zeilde eerst zuidwaarts langs de Afrikaanse kust en stak dan op goed geluk de Atlantische Oceaan over. Bij Zuid-Amerika zette hij zijn zuidelijke koers voort.

Hij zeilde langs de hele oostkust van Zuid-Amerika naar het zuiden. Eén schip ging verloren in de zeestraat, die tegenwoordig bekend staat als de Straat van Magellaan.

De overige vier schepen kregen het zwaar te verduren, want in de zeestraat werden ze geteisterd door ettelijke stormwinden. Op 21 oktober 1520 (exact 501 jaar geleden) vond Magellaan een ingang op 52 graden zuiderbreedte.

Drie schepen lukten de doortocht door de moeilijk te bevaren zeestraat. Het vierde schip keerde terug.

Toen de drie schepen de onbekende Grote Oceaan bereikten was er wekenlang geen wind, met alle miserie (honger en dorst) van dien. Toch bereikte hij de huidige Filippijnen, eilanden die veel later genoemd werden naar de Spaanse koning Filips II, zoon van keizer Karel , in wiens rijk de zon nooit onderging.

Ferdinand Magellaan sneuvelde op 27 april 1521 tijdens een gevecht met plaatselijke bewoners. Hij was pas 41. Uiteindelijk bereikte maar één schip, de ‘Victoria’ de thuishaven in Spanje. Slechts 18 van de 270 bemanningsleden overleefden de ontberingen.

De naam Magellaan leeft nog steeds voort in de Straat van Magellaan, de zeestraat in het zuidelijkste deel van Zuid-Amerika tussen Patagonië en Vuurland. Ook de magelhaenpinguïn (foto op Falklands) en de Magelhaense wolken, twee lichtende wolken van sterren in ons Melkwegstelsel, werden naar hem genoemd.

– (vrij uit Absolute Figures) –

DE IJZEREN LONG

Op 29 juli 1927 werd de eerste ‘ijzeren long’ in gebruik genomen. De ademhalingstank werd ontwikkeld door de medische-onderzoekers Philip Drinker en Louis Agassiz van de Harvard Universiteit.

** Drinker en Agassiz ontwikkelden een tank die dit kon. (foto boven en onder)

* Het apparaat was in de eerste plaats bedoeld voor slachtoffers van het poliovirus. Veel mensen die aan deze ziekte leden, raakten verlamd waardoor ze niet meer zelfstandig konden ademhalen en stikten. Wie deze fase overleefde herstelde meestal volledig.

* De medische wereld zag daarom de noodzaak in van een apparaat dat de ademhaling van zieken op gang kon houden tot de patiënt weer zelfstandig kon ademen.

* De patiënt stak met het hoofd uit de tank die met een rubberen afsluiting luchtdicht werd gemaakt.

 * Vervolgens werd er lucht uit de tank gehaald om negatieve druk te creëren. De borstkas zette uit en een ademhaling werd gesimuleerd.

* De ‘ijzeren long’ werd een groot succes. Tijdens de polio-epidemieën van de jaren veertig en vijftig van vorige eeuw redde het apparaat duizenden mensen het leven.

(gelezen/bijgewerkt uit Historiek)

15 000 jaar eerder

Mensen hebben Amerika hoogstwaarschijnlijk meer dan 30.000 jaar geleden al bereikt, 15.000 jaar vroeger dan tot nog toe gedacht werd.
Dat blijkt uit archeologisch onderzoek in de Chiquihuite-grot in noordelijk centraal Mexico en statistische modellen van data van 42 archeologische sites.
De bevindingen stellen het algemeen aanvaarde idee in vraag dat de Clovis-mensen 15.000 jaar geleden de eerste menselijke bewoners van de Amerika’s waren en ze roepen veel nieuwe vragen op.

POKKEN UITGESCHAKELD

La Coruña, de hoofdstad van de Spaanse provincie Galicië, heeft altijd een nauwe band met de zee gehad.  Vanuit deze havenstad ging begin negentiende eeuw (1801-1900) de eerste wereldwijde vaccinatiecampagne van start , een tijd waarin het gevreesde pokkenvirus nog talrijke slachtoffers maakte.

** Vooral in Zuid-Amerika hielden de pokken stevig huis omdat de Spanjaarden tijdens de kolonisatie van het nieuwe werelddeel het virus hierheen brachten. Dat kostte vele levens van de oorspronkelijke bewoners, die er totaal geen weerstand tegen hadden.

* De Engelse plattelandsarts Edward Jenner ontwikkelde eind achttiende eeuw (1701-1800) een vaccin tegen de pokken, een ziekte die in die tijd jaarlijks duizenden doden eiste.

* De arts toonde de nauwe verwantschap tussen koeien-, paarden- en mensenpokken (smallpox) aan en ontdekte dat hij mensen immuun kon maken voor de pokken door hen te besmetten met het koepokvirus.

* Dat we inentingen tegen allerhande ziekten tegenwoordig ‘vaccins’ noemen danken we aan Jenner. Het woord vaccin is namelijk afgeleid van het woord vaccinia, de Latijnse medische benaming voor het koepokkenvirus.

* Als plattelandsarts hoorde Jenner van het oude volksgeloof dat meisjes die op boerderijen in aanraking kwamen met het koepokkenvirus niet vatbaar waren voor de mensenpokken.

* Toen Jenner in mei 1796 in contact kwam met Sarah Nelmes, een melkmeisje dat tijdens haar werk besmet was geraakt met de koepokken en etterbuilen op haar handen en armen had, besloot Jenner wat vocht uit de koepokkenblaasjes op de armen van het melkmeisje te halen en die vervolgens in te brengen op de arm van een gezond achtjarig jongetje, James Phipps, de zoon van zijn tuinman.

* Enkele dagen later kreeg de jongen een milde vorm van koepokken, waarvan hij… snel en volledig herstelde. Hiermee had Jenner bewezen dat de koepokken door mensen overgedragen kon worden.

Ongeveer twee maanden later besloot Jenner een gewaagd experiment uit te voeren, dat in die tijd om ethische redenen als zeer dubieus zou worden bestempeld…

* De arts besmette de herstelde James Phipps opnieuw, maar nu met échte pokken, om te ontdekken of de jongen omwille van de eerdere milde koepok-besmetting nu niet meer vatbaar was voor de mensenpokken. Dat bleek het geval. De knul werd helemaal niet ziek. Zelfs niet een beetje en zijn huid was nog helemaal glad.

* In de volgende jaren voerde Jenner een groot aantal vervolgexperimenten uit, waaronder veel op zijn zoon, en stelde vast dat het koepokkenvirus bescherming bood tegen de pokken.

* In 1798 (bouwjaar van de Dorpsmolen/Veerle)  publiceerde hij een brochure waarin hij zijn bevindingen uit de doeken deed. De medische wereld reageerde aanvankelijk sceptisch.

* Jenner bleef ondanks de felle tegenstand strijden voor ‘zijn’ vaccin en vertrok naar Londen in een poging vrijwilligers te vinden voor de vaccinatie. Dit bleek nog vrij lastig.

* Toen het sterftecijfer van de pokken begon te dalen, kreeg Edward Jenner steeds meer credits voor zijn werk. Het aantal vaccinaties steeg. Matthew Baillie, een beroemde arts in het St. Georges-ziekenhuis in Londen, sprak zich lovend uit met “Het is de grootste ontdekking in de geschiedenis van de geneeskunde.”

De vaccinatie tegen de pokken verspreidde zich hierna snel over de wereld. Aanvankelijk was het nog lastig om het pure koepokkenvaccin te bemachtigen. Ook was nog onduidelijk hoe immuniteit precies werkte.

* De vrees voor de pokken zorgde er echter voor dat velen zich , ondanks alle onzekerheden , toch lieten vaccineren. Begin 19de eeuw was de sterfte aan de pokken dankzij het vaccin al erg gedaald. In 1840 stelde het Engelse parlement de verplichte vaccinatie in.

Ongeveer tweehonderd jaar na de ontdekking van Edward Jenner was de ziekte volledig uitgeroeid. Pokken werd uiteindelijk de eerste ziekte in de geschiedenis die door menselijke inspanningen werd uitgeschakeld.

* Dat alle inentingen die gericht zijn op het beschermen tegen infectieziekten en vandaag de dag bekend staan als ‘vaccinaties’ , is te danken aan de Franse chemicus Louis Pasteur.

* Pasteur ontwikkelde in 1885 zelf een vaccin tegen hondsdolheid. De vernoeming was voor de Fransman een mooi eerbetoon aan de Engelse arts die bij zijn inentingen immers gebruik had gemaakt van vaccinia, het koepokkenvirus.

(met dank aan Historiek , dat nog veel meer vertelt…)

1 2