Vlaming burgemeester in Engeland

Vlaming burgemeester in ‘middeleeuws’ Engeland

Auteur: Vrije Universiteit Brussel 23 april 2021

De vraag in hoeverre nieuwkomers uit het buitenland politieke medezeggenschap moeten krijgen in hun nieuwe woonplaats is er één die velen bezighoudt. Dat was ook eeuwen geleden al het geval.

In een paper in het vaktijdschrift History Workshop Journal onderzocht Bart Lambert, middeleeuws historicus aan de Vrije Universiteit Brussel, de politieke participatie van immigranten in Engeland tijdens de vijftiende eeuw. Zijn conclusie:

* “…de niet-Engelse nationaliteit van deze immigranten vormde op zich geen hinderpaal om aan het politieke leven deel te nemen. Veel belangrijker was hun economische status.”

* Hoewel Europa tijdens de veertiende en vijftiende eeuw werd geteisterd door conflicten zoals de Honderdjarige Oorlog en pandemieën zoals de Zwarte Dood, was deze periode er voor Engeland allerminst één van splendid isolation.

* “Ons eerder onderzoek had aangetoond dat Engeland, dat toen nog een apart koninkrijk vormde, tijdens deze jaren heel wat migranten van het Europese vasteland aantrok”, zo stelt Lambert.

* Op basis van de lijsten van een belasting die specifiek op inwoners van niet-Engelse origine werd geheven stelden hij en zijn collega’s vast dat minstens 1.5 procent van de Engelse bevolking tijdens de vijftiende eeuw in het buitenland was geboren. Lambert:

“Dat lijkt niet veel, maar is vergelijkbaar met het aandeel van eerste generatie-migranten in de bevolking van Engeland aan het begin van de twintigste eeuw.”

* In heel wat steden waren bovendien sterkere concentraties van immigranten te vinden: in Londen was minstens 7 procent van de bevolking geboren in het buitenland, in Southampton en Bristol meer dan 12 procent.  Die nieuwkomers kwamen uit alle streken van West-Europa, inclusief het huidige België en Nederland.

* In het zuiden en het oosten van het land vormden gespecialiseerde ambachtslieden uit de Vlaamse, Brabantse en Hollandse steden, vergezeld van vrouw en kinderen, zelfs met voorsprong de meest talrijke groep onder de migrantenbevolking.

* De meeste van deze mensen waren actief in de mode- en luxenijverheden, als schoenlapper, kleermaker, goudsmid en producent van modieuze accessoires, of in de bierproductie.

Vlaming was burgemeester van Lincoln

* In een volgend stadium ging Lambert na in hoeverre deze immigranten konden participeren in het politieke leven van hun nieuwe Engelse woonplaats.

“Op nationaal niveau was hun invloed beperkt”, zo stelt hij, “maar op lokaal, stedelijk niveau waren ze opvallend actief”.

* Hij doorploegde ettelijke stedelijke bronnenreeksen, zowel van kleine stadjes als van grote provinciale centra, en vond talloze voorbeelden van immigranten die hun stem lieten horen in lokale volksvergaderingen, die mistoestanden aanklaagden bij het stadsbestuur of die zetelden als juryleden in stedelijke rechtbanken.

* In de meeste plaatsen konden immigranten zich zelf verkiesbaar stellen als stedelijke bestuurders en werden ze ook verkozen. Zo werden Southampton en York, twee van de grootste steden van het land, bestuurd door een Italiaanse en een Duitse burgemeester.

* Ook hier deden mensen uit onze streken hun duit in het zakje. Jan Wetter, een herbergier uit Vlaanderen, schopte het bijvoorbeeld tot burgemeester van Lincoln, een middelgrote stad in het oosten van Engeland.

* Lambert stelde vast dat mensen uit het buitenland afkomstig vrijwel geen impact had op hun politieke carrière. Hun economische positie had dat wel: het waren vooral de rijkere immigranten actief als kooplieden of ambachtslui die de bestuursmandaten binnenhaalden.

* Vrouwelijke immigranten bleven uitgesloten van de lokale politiek, maar dat gold evenzeer voor Engelse vrouwen.

Economisch succes bevorderde een politieke carrière maar hield die ook tegen

* De enige uitzondering op dit beeld waren de plaatsen waar Engelse producenten in economische problemen verkeerden, waaronder ook Londen.

“In enkele Engelse steden hadden lokale kooplieden en ambachtslui te lijden onder de concurrentie van hun collega’s uit het buitenland. Zij probeerden de meer succesvolle migranten op alle manier tegen te werken, soms zelfs door hen fysiek te belagen.”

* In hun poging om hun buitenlandse concurrenten uit te schakelen, probeerden ze hen ook politiek uit te sluiten, bijvoorbeeld door hen het recht te ontzeggen zich verkiesbaar te stellen voor politieke mandaten.

“Het aantal plaatsen waar zoiets gebeurde was echter bijzonder beperkt”, benadrukt Lambert. “Over het algemeen was de Engelse stadspolitiek tijdens deze periode opmerkelijk open voor nieuwkomers uit het buitenland”.