DRIEKONINGEN 6 JANUARI

Op de meeste schilderijen van de geboorte van Jezus staan drie wijzen afgebeeld, ook wel koningen of magiërs, zoals ze vaak worden genoemd. Maar de Bijbel zegt niet dat het er drie waren.
.
* Uit het aantal geschenken maakt men wel op dat ze met drie waren. Ze worden Caspar, Melchior en Balthasar genoemd. In oude legenden hebben ze echter andere namen. (hieronder de 4 koningen van de Makelstraat – geen echte concurrenten van de 3 koningen)
.
.
.
* De keuze van die geschenken – goud, wierook en mirre – was niet toevallig.
Goud was een gepast geschenk voor een koning. Jezus was geboren om koning te worden. De wijzen wisten dat. Goud was een van de geschenken die zij de toekomstige “Koning der koningen” aanboden.
Wierook was een passend geschenk voor een kind dat hogepriester zou worden.
Mirre werd gebruikt om de lichamen van de doden te balsemen. Dit kind Jezus zou opgroeien en op een dag ter dood worden gebracht voor de zonden van de wereld. Mirre was daarvoor een juist geschenk.
.
.
* Het goud verwijst dus naar Christus’ koningschap, de wierook naar zijn hogepriesterschap en de mirre naar zijn dood.
.
.
* Driekoningen was lange tijd een kerkelijke feestdag die herinnerde aan de komst van de drie koningen (of wijzen) uit het Oosten. Driekoningen, 6 januari, drie personen met de ons bekende namen Caspar, Melchior en Balthasar – ontsproten echter uit het heidendom.
* Het geven van geschenken met Kerstmis stamt eveneens uit het heidendom, net als Kerstmis zelf.
.
.
Tweederangsfeestdag …
.
* In de jaren voor 1962 betekende Driekoningen een dag extra vakantie voor de schoolgaande jeugd. Na het tweede Vaticaanse concilie in 1962 werden feestdagen als deze ‘afgestelde heiligendagen’ genoemd, nu met schoolverplichting.
.
*** In elke gemeente die zich een beetje respecteerde, trok voor 1962 een driekoningenstoet uit, meestal georganiseerd door één of meerdere jeugdbewegingen. In Veerle namen de studenten het voortouw.
.
.
foto stoet uit 1945 – op de Diestsebaan (tramrails) voor het hoekhuis van Fiktrin, het latere Pecotex – het café meen ik te herkennen, maar als 2-jarige ging ik nog geen pinten drinken en een stuk sjocolat bestond hier nog niet – de Engelse soldaten bij de bevrijding in 1944 hadden dat wel bij …Of toch geen café, maar de meubelzaak van Fons Verboven met achteraan ook een schrijnwerkerij die later verhuisde naar Eindhout. Fons bouwde in Veerle een nieuwe of vernieuwde woning.
.
Nog verder naar het dorp toe had je het café van Mil (Miljoen) Van Meeuwen, die een zaak in bouwmaterialen had aan de Wissel, even verderop. De tram (poephoan, vanwege zijn geluid) stopte daar steevast om te lossen en te laden.
.
Omdat ik mijn tweede studiejaar doorbracht op het kasteel van de baron even verderop, mocht ik vaak mee met die tram die amper 5 à 10 km/u aankon. Voor het kasteel sprong ik eraf zonder dat de tram ‘vaart’ minderde. Het huis met hoge schuur herinner ik mij ook nog, maar zonder détails…
.
Foto’s: Archief Lwgh Heemkring Laakdal 
.
* De jeugd zelf organiseerde zich ook in groepjes van drie en ging dan, verkleed als koningen, de huizen af om Driekoningenliedjes te zingen. Eén van de drie zangers droeg een ster op een stok die in beweging werd gehouden door aan een touwtje te trekken dat rond een afgedankt bobijntje was gewikkeld.
.
* In onze Laakdalse deeldorpen zong men meestal dit liedje:
.
Drie koooningen, drie koooningen,
geef mij nen nieuwen (hoed.
Mijnen ouwen is verslee-eeten,
mijn moeder mag ‘t nie wee-eeten.
Mijn vader heeft het geld,
op de rooster geteld.
.
* Op de rooster tellen betekent geen geld hebben of geen geld kunnen bijhouden.
.
* Als beloning voor het zingen kregen de koningen eten, snoep en geld. Net als voor andere kerkelijke feesten deed de Kerk destijds inspiratie op in heidense gebruiken. Zo stamt het snoepgoed (meestal bonen) dat werd uitgedeeld, van dagen na streng vasten.
.
.
* Acht jaar geleden, in 2015 (toen kon dat nog)  ging ik mee Driekoningen zingen met de kleuters van vbs de Wijngaard     (zie foto’s …ludo vervloet)
.
Weerspreuken
.
• ‘Zet met Driekoningen ramen en deuren open, want wind met Driekoningen brengt zegen.’
• ‘Als het op Dertiendag (13e dag na kerst = Driekoningen) vriest, vriest het zes/dertien weken lang.’
• ‘Als Driekoningen is in het land, komt de vorst (vries) in ‘t vaderland.’
• ‘Met Driekoningen lengt de dag zoveel een geitje springen mag.’
• of ‘Met Driekoningen lengen de dagen een hanenschreeuw.’ (bedoeld wordt de duur van het kraaien van een haan.)
.
.