‘Het Arnolfini-echtpaar’

Portrait_of_a_Man_by_Jan_van_Eyck‘Hier licht Mr. Joannes de Eijcke den allerconstichsten meester van schilderije die in deze Nederlanden gheweest heeft’ …

stond er op de grafsteen van Jan Van Eyck , overleden op 23 juni 1441. Leeftijd ongeveer 50 jaar.

* Iemand noteerde dat in 1603. Gelukkig maar, want in 1799 werd de kerk gesloopt.

* De beroemdste schilder uit de Bourgondische periode werd in 1441 begraven in de necropolis van de Brugse Sint-Donaaskerk, naast andere beroemdheden uit die tijd. Een blijk van grote eer.

* Van Jan Van Eyck, misschien wel de grootste schilder ooit, is vooral het ‘Lam Gods’ bekend, het overweldigende werk dat in 1432 werd ingehuldigd in St Baafs-Gent door groothertog Filips de Goede himself.

* De opdrachtgever die het bestelde bij Jans’ oudere broer Hubert Van Eyck was Joos Vijd, een grootgrondbezitter met aristocratische allures. Met de 70 in zicht en kinderloos, wou Vijd met een kunstwerk zijn naam voor eeuwig levend houden. Hij slaagde in zijn opzet. Jan, de jongere broer van Hubert, perfectioneerde de schets van zijn broer en schilderde het enorme meesterwerk.

414d242d-c4e5-11e9-abcc-02b7b76bf47f* ‘Het Arnolfini-echtpaar’ is een ander meesterwerk van grootmeester Jan Van Eyck.

* Ook Arnolfini, een gefortuneerde textielhandelaar, wou zich herinnerd worden door generaties achter zich. En ook hij slaagde daar volledig in.

* ‘Het Arnolfini- echtpaar’ hangt tegenwoordig aan een muur van de National Gallery in Londen. Hoe het daar terechtkwam, vertelde Thomas Vanderveken, die ook reeds de wegen van Bruegel en Rubens natrok. Wat onthielden we nog van Thomas’ uiteenzettingen ?

** Jan Van Eyck was in 1434 op het toppunt van zijn meesterschap én bruggenbouwer tussen de elites van zijn tijd.

399px-Van_Eyck_-_Arnolfini_Portrait 390px-Jan_van_Eyck_-_Portrait_of_Giovanni_Arnolfini_and_his_Wife_(detail)_-_WGA7695

* Bij de afwerking van Arnolfini noteerde hij, pal in het midden van het schilderij ‘Johannes de eyck fuit hic’ (Johan van Eyck maakte het). In de spiegel onder die woorden, lijken we op de koop toe zijn silhouet te ontwaren.

* ‘De man met de rode tulband’ (uit 1433), zijn zogeheten zelfportret, noteerde van Eyck reeds ‘als ic can’ (zo goed ik kan) als een zelfbewuste kwinkslag naar de kijker. Onderaan de lijst liet hij ook zijn naam achter.

In totaal bezitten we 9 door Van Eyck gesigneerde werken, goed voor ongeveer de helft van de bewaarde schilderijen. Wellicht allemaal privéopdrachten.

* De meeste van zijn opdrachten als hofschilder voor Filips de Goede waren eerder van vergankelijke aard (decors, muurschilderingen, kleine portretten, zelfs een wereldkaart die hij gaandeweg aanpaste -Amerika was nog niet ontdekt-).

* Naar alle waarschijnlijkheid zijn de meeste werken van de grootmeester in de vreselijke brand van het Brusselse Paleis op de Koudenberg in 1731 gebleven.

* ‘Zoveel moois heeft die brand ons allemaal ontnomen’, kermt Bart Van Loo terecht in zijn topwerk ‘De Bourgondiërs.’

“Het lam Gods” – Bourgondisch icoon

6 mei 1432 werd “De aanbidding van het Lam Gods” officieel geïnstalleerd in de Sint-Janskerk van Gent, die een eeuw later zou omgedoopt worden tot Sint-Baafskathedraal.

Retable_de_l'Agneau_mystique* Dat gebeurde in aanwezigheid van hertog Filips de Goede van Bourgondië, opdrachtgever Joos Vijd en zijn vrouw Elisabeth Borluut, alle edelen en leden van het Brugse stadsbestuur.

* In het hoge gezelschap vertoefde zeker ook Jan van Eyck, de schilder van dit meesterwerk (foto).

* De schilder-kunstenaar als bruggenbouwer tussen de elites van zijn tijd. Het ‘Lam Gods’ als een steeds grotere verstrengeling van stedelijke en aristocratische elites. Een evolutie die de Bourgondiërs vanaf hun intrede in de noordelijke contreien zo veel mogelijk hadden gestimuleerd.

Portrait_of_a_Man_by_Jan_van_Eyck* In de afbeelding van het schaap kon hertog Filips niets anders zien dan een weerspiegeling van het lam, de gouden ram van de zopas opgerichte Orde van het Gulden Vlies, die hij om zijn nek droeg.

* Vijd / Borluut waren er in 1420 als de kippen bij geweest toen besloten werd om de van oorsprong romaanse kerk om te werken naar gotiek. Zij zouden één van de vijf nieuwe straalkapellen financieren en het verfraaien met een meesterwerk. Voor het creëren van het grootste veelluik van de Lage Landen kozen ze voor de talentrijkste meesters van hun tijd.

* Hubert van Eyck was de grootste naam in het gezelschap van schilders. Hij stierf helaas in 1426. Broer Jan nam de opdracht over, maar door andere opdrachten voor hertog Filips de Goede lagen de werkzaamheden een tijdlang stil.

* Schilders van zijn kaliber werkten bovendien nooit alleen. Omdat er alleen bij voldoende daglicht kon geschilderd worden, liet Jan van Eyck zich omringen door een ploeg talentvolle schilders die zich de stijl van hun meester eigen hadden gemaakt.

* Al de ons bekende meesterwerken van die ‘Vlaamse Primitieven’, zoals ze veel later werden genoemd, kwamen tot stand als privéopdracht. En waren voorbestemd om op te lossen in de tijd. De meeste van Jans opdrachten waren dus van vergankelijke aard. Feestdecors, muurschilderingen … werden nooit ontworpen voor de eeuwigheid.

* Zoals gebruikelijk maakte Van Eyck als hofschilder wel dynastieke portretten. Jammer genoeg zijn die wellicht in de brand van het Paleis op de Koudenberg (1731) in Brussel gebleven. (gelezen bij diverse media)

(lees er alles over in ‘De Bourgondiërs’ van succesauteur Bart Van Loo)

  • Dat “De aanbidding van het Lam Gods” nog bestaat,  mag eigenlijk een wonder heten. Het beroemde schilderij was liefst 13 maal voorwerp van misdaden allerlei. Daarvan herinneren we ons zeker de diefstal uit 1934 van ‘De rechtvaardige rechters’ en ‘Sint Jan de Doper’, een zijpaneel van het immense werk. Het paneel is nog steeds zoek. En wellicht definitief verloren.